Liggend schieten – de houding
Houding
Er zijn drie schiethoudingen voor het geweer:
– Staand
– Knielend
– Liggend
De liggende houding heeft een aantal voordelen boven knielend en staand, het is een zeer stabiele houding en een beginnende schutter behaalt snel resultaat.
Deze uitleg is voor de rechtshandige schutter. Een linkshandige schutter verricht de handelingen precies andersom.
Er zijn zes punten waar je op moet letten:
– De veiligheidsregels!
– De lichaamshouding
– De steunarm en steunhand
– Het inzetten van het geweer
– De ademhaling
– Het overhalen van de trekker
Ga op je buik op de brits liggen, zodanig dat je lichaam een hoek van ongeveer 30 graden maakt met de schietrichting.
Je geweer ga je straks ‘in’ je schouder zetten, met je rechteroog kijk je over de geweerloop door het diopter om te kunnen richten.
Je hoofd moet je daarbij rechtop houden.
Omdat je schouder naast je hoofd zit en niet eronder zul je iets moeten doen om dat voor elkaar te krijgen.
Daarom ga je onder een hoek van 30 graden liggen, dan draai je vanzelf goed achter je geweer.
Dit doe je door met je schouders rechts van het midden te gaan liggen en met je linkerbeen op de linkerkant van de brits.
Je linkerbeen moet daarbij gestrekt blijven en ‘recht achteruit’ liggen. Je rechterbeen buig je door je knie iets op te trekken.
Doordat je de knie optrekt komt je buik iets boven de brits.
Hierdoor haal je gemakkelijker adem en worden de ademhalingsbewegingen minder doorgegeven aan het geweer. Je moet je ademhalingsbewegingen in het geweer blijven zien.
De binnenkant van je rechtervoet ligt op de brits, dat gebeurt vanzelf als je in de schiethouding gaat liggen. Je linkervoet kun je op de buitenkant, op de wreef of op de punt van je schoen laten rusten. Doe wat je het gemakkelijkst vindt. Ook kun je de linkervoet over de rand van de brits laten hangen.
Een geweer weegt wel wat, dit gewicht dient op een goede manier te worden ondersteund.
Hiervoor wordt de volgende methode gehanteerd:
– Leun op je ellebogen en leg je vuisten tegen elkaar onder je kin.
– Je linker elleboog zet je dan tegen je rechtervuist aan.
– De linker arm wordt de steunarm genoemd. Op deze manier zorg je dat je arm vrijwel recht onder het geweer komt. Door de spanning in je armspieren wordt je onderarm al een beetje opgetild, dit helpt mee in het dragen van het geweer.
– Je linkerhand is de steunhand, de hand waar het geweer in komt te liggen. Die houd je met de handpalm naar boven.
– Het geweer komt op de muis van je hand te liggen, langs de duim.
– Je vingers houd je losjes rond het voorhout (het hout onder de loop), niet knijpen in het geweer.
Inzetten van het geweer
Je pakt het geweer met de rechterhand vast en legt het op je linkerhand.
De kolf zet je in het kuiltje tussen je schouder en je sleutelbeen.
Met je rechterarm maak je een wijde boog om de plooien uit je kleding te halen en pakt met de rechterhand het geweer bij de greep vast, de wijsvinger gestrekt langs de trekkerbeugel.
Op deze manier komt je elleboog ongeveer op de goede plaats te staan.
Je hoofd houd je rechtop, als je dat niet doet word je eerder moe en gaat de concentratie snel achteruit.
Als je de bovenstaande stappen hebt uitgevoerd zou je nu in de nulstelling moeten liggen, dit is de ontspannen houding ‘waarin de korrel in het centrum van de schijf staat. Je kunt nog iets bijsturen om de nulstelling te bereiken als je voor je gevoel nog niet de optimale houding hebt gevonden.
De ademhaling
Als je het geweer op je doel richt en door het diopter, het vizier, heen kijkt zie je dat de loop iets omhoog gaat als je inademt en weer daalt als je uitademt.
Hiervan ga je gebruik maken bij het schieten.
Je gaat zodanig liggen dat als je hebt ingeademd het geweer iets boven de schijf is gericht.
Door uit te ademen zakt het geweer iets.
Op het moment dat je de schijf precies midden in het vizier hebt houd je de adem vast. Richt nauwkeurig en haal je met de wijsvinger de trekker rustig naar je toe.
Het overhalen van de trekker
Druk eerst licht om de sleep uit de trekker weg te halen en pas af te drukken als je zuiver hebt gericht.
Dit kun je leren door te oefenen. De sleep haal je weg door heel voorzichtig de trekker naar je toe te halen totdat je iets weerstand voelt.
Als je de trekker nog heel iets meer naar je toe haalt gaat het schot eruit.
Dit kun je met enige oefening precies bepalen zodat het schot er pas uit gaat op het moment dat je zuiver op de schijf hebt gericht.
Na het schot blijf je nog even (ongeveer 2 seconden) in de schiethouding liggen, dit heet narichten.
Narichten doe je omdat de kogel, als deze de loop verlaat, niet zo’n hoge snelheid heeft.
Als je meteen na het schot het geweer beweegt kun je de kogel nog een klein beetje een afwijking geven zodat je de 10 (en misschien wel de kaart) mist. Ook kun je aan de beweging van de loop zien of je goed geschoten hebt. Als het schot af gaat maakt de loop een kleine beweging naar boven. Als het goed is maakt de loop bij elk schot dezelfde kleine beweging. Als dit niet zo is dan doe je iets verkeerd.
Als laatste ontlaad je wapen volgens de veiligheidsregels!
Bron: SVtreffers / Fotos: SV Nfti